26/06/2015

8) ECOLOGIE Interview met MAIKE DASSEN An-Dijvie

    ECOLOGIE                                                     




An-Dijvie
a small shop in Rotterdam, the Netherlands, is a place
where the hearts are big and where we can find organic food
in a friendly atmosphere.

Since 1983
this place has been owned by Maike Dassen and her husband Victor. 
They work with their son Ischa, Maike's sister Agnes and 
their colleague Fred who has a professional cooking background.
 All of them five compose a respectful and open-minded team.

If ever you wish to discover a simple, healthy 
and tasteful vibration of Life,
thus come to An-Dijvie. 
You are welcome !



An-Dijvie
un petit magasin à Rotterdam aux Pays-Bas, est un espace 
où le cœur est grand et où on trouve des produits d'agriculture biologique 
dans une ambiance amicale.

Depuis 1983
les propriétaires de cet endroit sont Maike Dassen et son époux Victor.
Ils y travaillent avec leur fils Ischa, Agnes qui est la sœur de Maike 
et leur collègue Fred qui a une formation culinaire approfondie.
Tous les cinq composent une équipe respectueuse à l'esprit ouvert.

Si un jour l'envie vous prend de découvrir une vibration de la Vie 
que définissent simplicité, santé et bon goût, 
il suffit alors de venir à An-Dijvie. 
Vous êtes les bienvenus !


.   .


... weet je, in onze tijd 
ging het ook om de armoede in de wereld, dat je niet 
zo luxe hoefde te leven hier, dat je eerlijker kan delen ... 
het gezond eten 
en natuurlijk de toekomst van de landbouw, 
dat we niet wilden dat er gif gespoten werd 
voor de volgende generaties ...

... you know, in our time  
it was also about poverty in the world. We don't need  
to live here so luxuriously, that we are able to share in a fairer way ... 
the healthy food. 
And of course the future of agriculture, 
that we didn't want poison to be sprayed on
for the next generations ...

... tu sais, dans notre temps, 
il était aussi question de pauvreté dans le monde. Nous n'avons pas besoin
 de vivre ici bas si luxueusement, on est là pour partager plus équitablement ...
une nourriture saine.
Et bien sûr l'avenir de l'agriculture 
que nous ne voulions pas voir pulvérisée de poison
pour les générations futures ...

                                                                                            Maike Dassen



[ YOU CAN CLICK ON THE PHOTOS TO SEE THEM IN A BETTER RESOLUTION ]




Interview met Maike Dassen
en haar zoon Ischa Dassen
uit hun An-Dijvie winkel in Rotterdam
Nederland

door Harm Kuijers en Irénée Sikora
FlorRaison, Juni 2015




HARM: Beste lezers, een prettige avond allemaal. Ik ben Harm Kuijers en we zijn nu in Salon FlorRaison Artistique met twee mensen, die een winkel hebben in biologisch-dynamische producten. Ik begin met de eerste vraag.
Wie zijn jullie en wat doen jullie in het dagelijkse leven? 


MAIKE: Dan stel ik me  eerst wel voor. Nou, mijn naam is Maike Dassen. Ik ben in de jaren tachtig in An-Dijvie terecht gekomen en dat was vooral toen ik hier binnen kwam dat ik dacht; hier wil ik werken. Dat was toen al een winkel die een sfeer had waar ik me thuis voelde. Ik vond het geen echt Nederlandse winkel. Ik had het idee, dat ik België binnenstapte maar het was midden in Delfshaven. Delfshaven heeft ook dat dorpse, hè? En ik ben daar gaan werken en ik ben papieren gaan halen, groenteboerpapieren, om een biologische winkel te kunnen draaien en ik heb die winkel overgenomen van de groep mensen die daar in waren.


H: En dat was toen al een biologische winkel?


M: Ja, ze begonnen als een ecologische winkel maar het was een stichting en er werkten toen wat jongens, die  een loon eruit probeerden  te halen en een aantal vrijwilligers... dat was de hele dag zakjes rijst vullen en kruiden en noten en zo... en ik kwam er ook werken als vrijwilliger maar ik wilde er wel een bestaan uit op gaan bouwen. Dus dat heeft best wel een paar jaar geduurd, voordat het eerste loon eruit kwam. Het was best wel een moeilijke tijd,er waren heel veel vervallen huizen en krakers...


ISCHA: De jaren tachtig.


M: Ja, maar het was ook een idealogisch, idealistisch milieu. Je had ook krakersfeesten en...


IRÉNÉE: Het is erg belangrijk... ideologisch en idealistisch...


M: ...ja ja...ja inderdaad en dan deelden ook veel weet je veel?...En dan had je bijvoorbeeld gereedschappen nodig en dan vroeg je dat aan iemand anders en die leende dat dan weer aan je uit en...en ja dat was een fijne tijd hoor! Heel solidair allemaal met elkaar en niemand had veel. NIEMAND had een auto of zo.. fietsen en eh alles was even alternatief in die tijd...echt leuk! ...Die begintijd...






H: Dat vind je nu anders? 


M: ... jáááhh... ja maar eh ik vond het wel choquerend dat ik merkte dat op een gegeven moment heel veel mensen...ehh het idealisme niet meer hadden, dat het alleen maar om het eigen, dat het maar alleen maar om zichzelf ging...weet je "oh maar ik wil gezond eten"...weet je, in onze tijd ging het ook om de armoede in de wereld, dat je niet zo luxe hoefde leven hier, dat je beter kan verdelen... het gezond eten en natuurlijk de toekomst van de landbouw, dat we niet wilden dat er gif gespoten werd voor de volgende generaties... 


H: Precies! 


M: Ja, het klimaat is wel een beetje veranderd in de loop van de jaren...oh maar even dan terug naar Ischa. Ischa is dat is mijn zoon, die is in de winkel geboren hehe...hij is er opgegroeid weet je, altijd meegenomen naar de winkel... 


Is: En altijd heel snel meegeholpen. 


M: Ja... 


Is: Ja...en toch een beetje achter de kassa gaan staan en ja, toch wel van alle kinderen ging ik  het meest mee naar de winkel om te helpen en dan hielp ik soms een middagje na school en toen een bepaald moment als ik met school klaar was ging het eigenlijk als natuurlijk dat als ik thuis zat en ik had niks om handen dat ik mee werd gevraagd naar de winkel en...ja... zo langzaam ben ik in de winkel gaan werken en nu werk ik gewoon drie dagen en...ja, t'is zo heel natuurlijk gegaan zal ik maar zeggen zonder dat ik er ook maar echt bij stil stond... 


H: En daar zal je ook wel mee door willen gaan, later...? 


Is: Ja!... ja...en daar heb ik ook een tijdje er voor op een MBO-opleiding gezeten voor een detailhandel en er wat dingen van opgestoken en eh...ja! 


M: Ja, en dan moet ik er wel bij vertellen dat Ischa wel een geweldig talent heeft voor tekenen dus ik hoop dat dat-ie toch zelf weer een studie gaat oppakken op dat gebied want ja...hij heeft echt een heel mooi talent... Maar hij houdt niet van in een instituut zitten...dat heeft hij toch ook wel een beetje van Victor (echtgenoot van Maaike) denk ik. Victor heeft twee keer de kunstacademie gedaan en twee keer niet volledig. Hij botste toch tegen dat systeem... 






H: Was dat in Rotterdam dat hij die opleidingen deed? Ja, want je had bijvoorbeeld heel vrije academies als in Enschede en Amsterdam in mijn tijd was ook extreem vrij... sommige afdelingen waren echt schools maar grafiek was echt extreem vrij...


M: En Victor was  met etsen echt geweldig, hè... Ja, en jij (Ischa) hebt een  vooropleiding gehad in Den Haag...


Is: Ja, ik heb een jaar op een school voor jong talent gezeten en daar moest je een auditie voor doen en dan had je les samen met mensen die ballet deden en conservatorium...


Ir: Ohh!... 


Is: En die deden dan echt maar...eh kinderen, die dan viool deden op het conservatorium, al op redelijk jonge leeftijd en die deden het dan met een HAVO-opleiding... dat deed ik daar toen ook. En dat was wel inspirerend, wel leuk om te doen, en dan kinderen te ontmoeten die er ook mee bezig zijn. Dat heb ik maar één jaar gedaan.


H: Omdat dat ook nog een school was? 


M: Ja (tegen Ischa), jij had ook altijd het botsen met het schoolsysteem. En dat is ook wel iets wat in de winkel terugkomt; wij zijn heel eigenwijs! Wij zijn niet een standaardwinkel die de commercie volgt en alleen maar als hoogste doel heeft om maar te groeien en... we zijn meer een pastorale winkel: we hebben veel veel contact met de klanten en ze komen voor een praatje...en we bedienen ook wel heel veel culturen!


Is: Het doel van de winkel is denk ik ook veel minder zoals in de economie op zoek zijn naar groei, naar het groter worden of meer vestigingen maar ik denk dat het doel veel meer is het in stand houden van de winkel die we hebben, zeg maar het houden van dingen zoals ze zijn...


M: Ja, en een fijne buurt, een rustpunt in de buurt. Men heeft me wel eens aangeboden om naar de Binnenweg te gaan. Dat is dezelfde plek waar nu de Ekoplaza (biologische supermarkt) is gekomen en ze zeiden dan: "Jááá,  je kunt daar in de supermarkt!" en ik dacht:oeoeoe een supermarkt! Dat zou ik helemaal niet meer leuk vinden dan! Juist wat wij hebben zo, het kleine, de mensen die heel rustig met elkaar zo'n beetje boodschappen uitzoeken, geen haast...


Is: Het één op één-contact met klanten en zo, dat je heel erg hebt omdat je elkaar ook ruimte...ja...ja. Dat is wel erg fijn.


M: Dat is een kwaliteit, die vind ik veel belangrijker.


H: Ik denk, dat dat ook wel terugkomt, langzamerhand. Want je ziet nu ook dat het in de economie faliekant verkeerd gaat met de grote schaal en het profijtbeginsel...


M: Ja, je kan niet blijven groeien!


Is: En op dit moment komen ook weer veel initiativen op die heel erg lijken op dingen die in de begintijd van de winkel heel normaal waren zoals het kleiner maken van de organisatie...


M: En ruileconomie...


H: Tot zover dan.


M: We zijn afgedwaald van de vraag.


H: Dat hoeft niet perse, we kunnen dat compleet open houden.


M: Ja.






H: Nou, een andere vraag is:

Waar hebben jullie die interesse vandaan voor gezonde producten zonder chemische toevoegingen? Komt dat van jullie ouders?


M: Nouou..., grappig genoeg van mijn oma. Mijn oma, mijn opa die woonden aan een spoorlijn en had er een grote moestuin en ik weet dat ik als kind bij mijn oma heel gezond eten kreeg. Nog nooit één toffeetje en mijn moeder was juist dan "Laat de kinderen toch snoepen" en dan... Maar als kind had ik daar veel last van... weet, die suiker en snoepen... en dan liep ik altijd een beetje te tobben. En toen had ik een vriend die was bezig met macro-biotiek en daar ging ik een keer eten en dan had ik pompoen en tofoe en ik dacht:Òòòhhh, wat is dat LEKKER. En dat was echt voor mij een hele gewaarwording! Ik vond het hele lekkere smaken, zeewier... Daar heb ik mijn hele leven op zitten wachten! Toen kwam ik in de macrobiotiek terecht en weet je wel,dat mooie eten, dat pure en mooie kleuren en zo! En door hem ben ik toen een keer bij die winkel terecht gekomen. Dus ik denk, dat moest  toch zo zijn. 


H: En heeft je echtgenoot dat ook, Victor? 


M: Jáá, want hij woonde in Den Haag en hij werkte in De Vier Jaargetijden en dat was een winkel, een beetje zoals wij, veel macrobiotiek ook en die was dáár ingekomen...waarschijnlijk tijdens zijn studententijd of zo, beetje jaren zeventig...eind jaren zeventig, want hij is al wel dertien ouder dan ik, Victor.


H: Dus dat kwam toch heel erg uit de jaren zestig, zeventig...


M: Jááá, ja... en Victor heeft me ook in de winkel leren kennen. Want toevallig door die die me ook in de  macrobiotiek introduceerde; diezelfde vriend had me weer aan Victor weten voor te stellen.


H: Dat is mooi.

M: Ja, zoals ik verliefd werd op die winkel toen ik de winkel in kwam, zo werd Victor dan verliefd op mij toen hij de winkel in kwam. En van het één kwam het ander hèhèhè; we hebben vier kinderen... vier kinderen van gekomen ja.


H: En Ischa, jij hebt ook dezelfde interesse als je moeder voor eh...


Is: Ja! Ik heb een tijdje geleden een veganistische maand gehad, zo een maand veganistisch gegeten. Ik houd wel van koken en zo...


M: Maar totaal veganistisch dat zou niet...


Is: Dat zou niet iets voor mij zijn.


H: Maar jij (Maaike) bent veganistisch?


M: Ik ben niet veganistisch, nee. Ik eet eigenlijk wel alles maar met veel groenten, ik ben dol op groenten. Maar ik eet niet vleesloos...ook niet veel vlees maar ik heb het toch wel een beetje nodig want ik heb heel snel bloedarmoede waardoor ik iets bleek van ben.


H: Je weet ook wel precies waar je vlees vandaan haalt.


M: Ja, want ik eet wel bio ja. Biokwaliteit want ik ben verwend. Als ik ergens in een restaurant salade krijg dan denk ik: niet lekker want die groente is zo waterig! Dat vind ik zóó érg want dan denk ik,  ik ga maar thuis eten want dat is veel lekkerder, toch?


Ir: De smaak is, er is een groot verschil tussen smaak en...


M: Ja. Het is zo leuk! Weet je wat ik hoorde? In Parijs zit nu een sterrenrestaurant dat heet geloof ik L'Arpège of zo. Die man, die zet als maaltijd de groente centraal en hij zet geen groente op de kaart die niet in het seizoen zijn. Hij verbouwt zelf groente dus hij vindt het zo belangrijk dat groenten een grote noot hebben in de maaltijd en dat de smaak goed is. Ja, in de jaren zeventig was het vlees, vlees en nog eens vlees hè als basis.


Ir: Smaken plezieren!


M: Ja! Ja.


Ir: Vrucht!


M: Belangrijk, heel belangrijk.






H: Het is ook het verleden. Je hebt de oorlog gehad en in sommige gebieden heb je ook echt een hongerwinter gehad, het laatste jaar van de oorlog.


M: Ja, Rotterdam.


H: En ik denk dat daarna vooral de drang is geweest om te verbouwen. Je eet om te leven.


M: En om te vullen.


H: En dat is echt vanuit mijn afkomst heel sterk. Mijn moeder heeft echt hongertochten gemaakt om aan aardappels te komen. Daarna had je dus de massaverbouwing gehad van groentes en intensieve veeteelt. En de plannen van Sicco Mansholt, die ook naar de E.E.G. gingen. Ik wist zelf niet wat puur eten was totdat ik reis was in 1982 en voor het eerst natuurlijke tomaten proefde. Nou, dat was een enorme gewaarwording.


M: Ja. Maar dat weet ik wel weer van mijn moeder. Zij had een soort schema van de week en daar wisselde ze wel aardappels en granen af. Dus het was de éne dag aardappels en de andere dag rijst of macaroni. En dat doe je toch ook in de landbouw? En daar heb je toch ook, dat je niet ieder jaar aardappels verbouwt omdat de grond dan anders dor wordt? Dat zijn dan wel principes van de huishoudschool van zo hoor je te koken. We aten wel bijvoorbeeld groenten van het seizoen vroeger thuis, dat weet ik wel, in ieder geval wel als basis. We gingen niet s'zomers of s'winters exoten eten, nee dat kan ik me niet herinneren. Maar mijn moeder was ook wel vrij oud, ze was veertig toen ze mij kreeg. Ze was nog wel van de oude stempel, ze had de oorlog ook meegemaakt. Maar dan op het platteland hè, dus zij heeft geen hongerwinter gekend.


H: Mijn moeder kwam van de Veluwe dus dat was droge grond.


M: Ze woonde toen in de stad daar ergens...


H: Nee, ze woonde echt in een dorp, in Hall...een heel klein dorpje.


M: Ja...


H: Maar ik zal dat een andere keer vertellen want het is jullie interview.


M: Ja, maar het gaat wel over eten.


H: Ja, dat is gewoon de houding die je tegenover eten kreeg. Een theorie die ik een keer gehoord heb is dat voor de oorlog veel mensen echt met de Franse keuken bezig waren. Daarna, na de Duitse bezetting, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is dat veel pragmatischer, praktischer geworden.


Is: Wij staan in Nederland heel erg bekend om simpel eten en om ook om zes uur te eten. Best wel streng eigenlijk ook wel in Nederland.


M: Ja, wij hadden een keer een jongetje, die kwam mee met mijn andere zoon en toen hoorde ik tegen Colin zeggen: "Hoe laat eten jullie?" Toen zei Colin: "Als het eten klaar is!" En dat was als papa...


Is: En dat was meestal negen uur!


M: Dat kon bij ons wel laat zijn maar ja. Victor neemt de tijd om te koken. Hij gaat niet zitten haasten. Ja, de tijd nemen maar dan moet je ook eerder beginnen.






H: Dan zal ik naar vraag vier gaan.
Wie zijn jullie leveranciers? Bijvoorbeeld...


M: We hebben voor groenten en zuivel Kroon en die zijn een paar jaar samengegaan met Vroeg op Windig. Dat is een heel grote distributeerder door Zuid- en Noord-Holland. 


Is: Ja, en we hadden eerder ook meerdere versleveranciers... 


M: Brabant... 


Is: Maar we hebben er op gegeven ogenblik gekozen om over te schakelen op maar één om meerdere dagen te kunnen doen. 


M: Ja, we hebben elke dag leveringen.


Is: Ja, want op een bepaald moment kwam bij ons de Ekoplaza in de buurt en zij hebben weer een connectie met een bepaalde leverancier. Toen zijn we van hun afgestapt en naar een andere leverancier gegaan. Dat hebben we wel vaker gedaan dat we één leverancier hebben overgenomen als groter... we sturen daar ook echt op in als... zo zijn we bijvoorbeeld meer richting Nieuwe Band geörienteerd dan Natudis omdat het een andere bedrijfsstructuur is.


M: Ja, want Natudis was door Wessanen overgenomen en dat is ook een vrij grote internationale distributeur.


Is: Als Unilever.


M: En die...ja, een soort Unilever en wij zagen het gebeuren dat de kleine leveranciers door hen werden gefuseerd en ik dacht; straks hebben ze een monopolie in Nederland als je niet uit kijkt. Dus blijven we nog steeds bij die coöperatie De Nieuwe Band en dat is een heel leuk bedrijf die heel goed kijkt waar ze spullen inkopen. Ze hebben heel veel achtergronden op hun site staan van bijvoorbeeld zuidvruchtenleveranciers uit Turkije...noem nog eens wat; Italië hebben ze veel producten vandaan.


Is: En een hoop mensen die bij hun werken komen ook wel uit de idealistische wereld.


M: Ja, een heel ander bedrijf en die laten zich ook niet overnemen hoor door grotere. Dat zouden ook echt nooit doen. Want daar raken ze  hun hele gezicht ook mee kwijt als ze dat zouden doen.


H: Dat maakt ook, dat jullie persoonlijker contacten met ze hebben, met het bedrijf in plaats van alleen economisch en strategisch.


M: Ja, we vinden het bedrijf  goed in elkaar zitten bedoel ik, recht door zee hè...en verantwoording over de producten die ze voeren. Ja.


Is: Qua organisatie.


M: Ja, en dan hebben we nog die leuke boer die groentenpaketten levert iedere week. Dan hebben we honderd pakketten in de week. En nou, mensen gaan naar die open dag één keer per jaar en zóó een leuk bedrijf, een familiebedrijf in Strijen. En dat is toch leuker dan wanneer je zo'n landelijk bedrijf als Odin hebt want die hebben wel...dat voelde ik wel erg want vroeger Odin... maar dat was dan zo'n bedrijf dat mensen heel erg dingen in de schoenen zit te schuiven. Jahaa, kén je dat? Dan krijg je zo'n reclame en dan krijg je echt zo puntsgewijs waarom iemand dit zou moeten kopen en dan...  doe dat nou want... hoe moet ik dat nou zeggen waarom ik Odin nou niet sympathiek vond?


Is: Ja, de manier waarop zij samenwerkten met ons was, dat wij er achteraan moesten zitten of mensen wel of nog niet betaald hadden want dat was verplaatst naar de taak van de verkoper van de winkel. Dat was heel erg onvriendelijk voor winkeliers dus toen zijn we op gegeven moment overgestapt op Landzicht. En die hebben gewoon een heel duidelijk systeem waar geen misverstanden over kunnen ontstaan. En waar je niet een soort politie-agentje hoeft te spelen wie al dan wel of niet betaald heeft. Dat is beter en dat geeft ook een heel andere sfeer tegenover... makkelijker.


H: Ja, je bent geen boekhouder in een ecologische winkel.


M: Nee, maar dan had je zo,n boek en daarin stond dan,meneer huppeldepup die heeft dat pakket besteld. En dan had je daar achter een kruisje als hij betaald had voor de volgende week maar een rondje, als hij wel bestelde en niet betaald had. Maar dan was-ie bijvoorbeeld een week niet gekomen en dan zei hij: "Jáá, maar dat heb je niet goed opgeschreven, dat héb ik betaald!". En dan had ik geen enkel bewijs...ja jééé... en dan gaf ik maar de voordeel van de twijfel aan deze meneer...


Is: En mensen betalen ook niet graag voor iets, wat ze niet opgehaald hebben.


M: Dan krijg je ook heel gesjacher over die dingen.

Maar het ergste wat Odin mij heeft gedaan is dat ze melk, die ( ze hebben dan een sleutel zodat ze melk neer konden zetten in de winkel in de zomer) en ik kreeg heel veel klachten over zure melk. En ik dacht, dat is een onkost, wat is dat toch, hè? En dat werd maar meer en meer en toen kwam ik op een zondagavond in de winkel en stond daar mijn melk op de kar, in de winkel...!


Ir: In de winkel?


M: Ja, en dan bleek dat ze s'avonds gewoon die kar er neerzetten en toen hád ik dat een keer aangekaart en... ze denken gewoon:ja, kleine winkel. Toen had ik het aangekaart en daarna was het nog een keer gebeurd...en toen dacht ik: nou, nóóit meer wat van Odin. Nou ben ik er helemaal klaar mee. Ik vond het zo een bedrijf met slechte manieren... hoef ik niet meer in  de winkel, hèhè. Daar kon je heel naar van worden, dat je al met al niet serieus werd genomen als klein bedrijf.

Of bijvoorbeeld dat je dan in de zomer.. de grote winkel in de stad, die heeft dan stapels aardbeien staan en, allemaal van dezelfde Odin, hè? En dan wildeìk aardbeien bestellen. "Nee, we hebben geen aardbeien". En ik kon niet een paar doosjes krijgen maar de hele voorraad ging naar de andere winkel. Dat waren dingen... ik voelde me zó gediscrimineerd als kleine winkel...daar gaat mijn kleine bedrijf niet mee in zee, dan hoef ik ook niet met die grote jongens.

Dat is het leuke van kleine bedrijven, dat je héél direct verantwoording en contacten hebt, toch?







H: Wat is het belang van streekproducten in jullie winkel? Is het noodzakelijk om kleine boeren en veeboeren in de nabije regio te promoten?


M: Ja, dat hebben we wel, zeker wel met die proefpaketten., die groentepaketten...


Is: Ja, bijvoorbeeld ook eieren van een heel kleine hobbyboer in een.. die zit dicht bij het Lage Bergse Bos.


M: Echt een mooie plek... 


Is: ...in een... die heeft daar een treincoupé omgebouwd tot huis en dat is echt een eh... die man doet dat als hobby en die heeft daar kippen rondlopen die hij gewoon uit zijn eigen kas bleomkool en zo geeft en gewoon granen en... dus dat is gewoon erg leuk, dat je in contact kan komen met... En toen ben ik daar naar toe geweest en nu geeft hij gewoon, al zijn eieren komen naar ons toe omdat hij niet maar aan de deur gaat verkopen want dat ging niet altijd even goed. Nu kan hij ze in één keer bij ons kwijt. Dat is heel leuk! 


M: En ze zijn blauw hè? Het zijn blauwe.


H: Dat zijn die Zuidamerikaanse kippen?


M: Ja.


Ir: Ik heb ze gegeten die blauwe eieren en... óóóhh... ze waren zo leuk!


M: Ja, léuk hé?


Ir: De smaak  is absoluut onvergelijkbaar, er is een groot verschil...


M: Ja...!


Ir: ...een klassieke smaak...


M: Leuk hè?


Ir: Oh, ja!


M: En zo van de leg. 


Is: En stevig. 






M: En mensen komen ook speciaal voor die smaak. In onze wijk hebben we wel mensen uit allerlei culturen en die vertellen het aan elkaar door van: "Hé, we moeten daar eens een pompoen halen of die kruidenthee of honing." Er is heel veel mond op mondreklame altijd geweest. 


Is: En dat is ook wel grappig want dan... 


M: Ja, de kwaliteit gaat het om  hè?... 


Is: ...dan besef je ook dat smaak door allerlei taalbarrières heen werkt dus je hoeft geen goed verhaal te hebben, geen belang om uit te leggen waarom iets goed is; daar heb je maar één woord voor nodig.


M: Ja, daarom doen we ook veel proeverijen, zaterdag dingen laten proeven aan mensen zodat ze bekend worden met iets...


Is: En het blijkt ook bijvoorbeeld waar in Oost-Europa zijn wel eens projecten geweest met biologische winkels op te zetten... en ja, je ziet ook waar je dat ook begint dat het altijd gaat omdat het product goed is en het verhaal kristalhelder. Ik denk, dat je een winkel in biologische producten overal ter wereld kan beginnen. Geen probleem.


M: Ja...


H: Ik heb de indruk, dat jullie aanbod van groenten redelijk groot is in tegenstelling tot het aanbod van vlees.


M: We hebben heel lang geen vlees gekocht. We zijn heel lang een vegetarische winkel geweest maar, zeg maar in 2003, toen hing de winkel een beetje aan een zijden draadje, hèhèhè. Toen dacht ik even: "Nou, we gaan het niet redden, we moeten echt wat doen !" Het was meer dan een financieel dieptepunt! Het was na de introductie van de Euro. Toen gingen de mensen als malloten tekeer met die Euro. En toen realiseerden ze dat ze minder Euros per maand hebt. En toen had je daarna een ontzettende diepte in uitgaven van mensen. En toen dacht ik; "Wij gaan dat niet meer redden jôh, dat gaat niet!"


Is: En toen zijn we met vlees begonnen.


M: En toen zei Fred (hij werkt in de winkel): "Wat we kunnen doen...we kunnen toch...we gingnen onze marge een beetje hoger plaatsen omdat we nu éénmaal minder omzetten dan een supermarkt.


Is: Ja...


M: Dus moesten we onze winstmarge een klein beetje hoger... Maar ook was daarbij vlees verkopen. En we dachten allemaal, dat we vegetariërs in de winkel kregen maar dat er een aantal...


Is: mensen biologisch vlees aten...


M: Het is nog steeds niet zo heel veel. We hebben vooral veel vegetarische producten.


Is: Ja.


H: En Fred, dat is je compagnon?


M: Ja, die is ons eigen werknemer van de winkel, ja. En al heel lang. Een jaar of twaalf, dertien bijna...


Is: Ja...


M: ...maar hij is veganist al lang.


Is: Hij eet ook alleen plantaardig...


M: Alleen plantaardig.


Is: En hij weet ook heel veel daar over en...


M: Hij is kok van beroep, Fred en... 


Is: Ja. 


M: Hij had een horeca-opleiding als kok... instellingskok... En hij heeft een tijd bij de dierenambulance gewerkt. Maar hij is bij ons terecht gekomen en hij vindt het eigenlijk ontzettend fijn om bij ons te werken.


Is: Hij, is zelfs in dezelfde straat (van de winkel) gaan wonen.


M: Ja, hij woont dichterbij dan ik, haha! Ik moet elke dag twee keer twintig minuten fietsen maar Fred hoeft maar drie keer te vallen en dan is hij weer binnen! In de pauze gaat hij ook altijd even thuis eten en dan... Hij is ook echt familie van ons geworden.


Is: Ik woon in dichtbij in Schiedam en...


M: Ja, jij in Schiedam. Jullie wonen dichterbij dan ik. Maar dat vlees, dat blijft een klein deel maar als mensen wat willen bestellen, dan kan dat... als ze speciale wensen hebben. Het is natuurlijk behoorlijk duur, dat bio-vlees. Maar de smaak is ook heel anders.


H: Ja, dan moeten we dat ook een keer proberen...


M: Mmm, ja en vis heb ik helaas niet... weinig aanbod.






Is: Beetje vis hebben is wel duur...


M: Ja, eerlijk gevangen vis...


Is: Omdat het kweekvis is...


M: We hebben nou wel blikjes makreel, tonijn en hele lekkere sardientjes in glazen potjes eh... zalm in potjes, ja. Maar verse vis, dat is erg moeilijk hoor! Goede verse vis. En vreselijk duur. En misschien omdat het deze wijk is, mensen zullen dat niet zo gauw kopen, hoor.


Ir: Ansjovis ook?


M: Ja.


Ir: Veel zout.


M: Erg zout. Ontzettend zout, ja. Ik denk dat we wel eens ansjovis hebben gehad.


Is: Ja, hebben we. Hebben we nu zelfs. In die glazen pothes zitten ze.


Ir: Erg klein. Je kan het eten bij een aperitief.


M: Ja.


H: Ik kan me voorstellen dat jullie week niet alleen in de winkel is. Hoe ziet een week er voor jullie uit? Wat doen jullie buiten de winkel?


Is: Voor mij is het echt alleen de winkel.


M: Ja, voor mij is het voornamelijk de winkel, en mijn hobby is vooral lezen. Het liefst zou ik hele boeken aan mensen voorlezen, dat vind ik zó leuk! Lezen, ik lees verschrikkelijk veel.


Is: Voorlezen...


M: En daar vlucht ik ook mee weg, met boeken...òhhh...


Ir: Ik heb één vraagje over het gratis publieksbibliotheekje buiten voor jullie winkel. (Noot; in de nis van de metro Delfshaven in de buitenlucht.) Is het jouw idee?


M: Nee, nee... Fred had het gezien dat ze het...het gezien in Berlijn...? Waar had-ie het dan gezien?


Is: In Amerika.


M: Hij had gezien, dat het ergens anders in de wereld al zo was,  bijvoorbeeld bij een station of een bushalte waar gewoon een kastje was gemaakt.


Is: Een wereldwijd idee.


M: Ja, maar in deze wijk ook; met bijvoorbeeld kinderboeken. Boeken worden weggehaald en bijgezet. Het gaat heel ver, die biliotheek. Heel leuk.


H: En heel divers ook: van Pietje Bel tot Thomas Mann.


M: Ja, hahaha, ik houd niet van Pietje Bel. Ken je De Toverberg van Thomas Mann?


H: Ja.


M: Daar zitten zulke geweldige passages in.Echt, ik kan het honderd keer lezen. Die sneeuwstorm en dat-ie de eerste keer een grammofoon hoorde...oh mooi! Ik vind literatuur heel mooi... en ik heb een tijdlang haikus gemaakt.


Is: En sinds kort doet Maaike voorlezen aan kinderen, als vrijwilligerswerk.


M: Ja, leuk.


Is: En ik werk in het theater in Noord een paar dagen per maand en dat is niet zo heel veel maar dat is wel heel leuk om ernaast te doen want dan heb je afwisseling en ook een heel andere wereld leer je dan kennen...


M: En Viktor heeft natuurlijk zijn fotografie en muziek... en verder is hij huisvrouw een beetje... en instrumenten en meubels heeft hij vroeger veel gemaakt.


Is: En ik hou me ook bezig met karpervissen...


M: Ja, die worden levend teruggezet, en voorzichtig het haakje eruit en op het matje gelegd en dan een foto gemaakt. Ze worden niet beschadigd.


H: Ik begrijp dat Victor ook grafiek deed.


M: Ja, vroeger veel etsen, mooie op de academie. En hij heeft een tijdlang kinderen lesgegeven op de...(?) maar dat was dan samen ...


Is: Ja, samen met mij.


M: ...met een etspers waarmee hij dan van die lino's er doorheen duwde, heel leuk. Ja, toen heb je nog meegeholpen met ... ook hè. Mijn tweede zoon zit nou op Willem de Kooning (de kunstacademie in Rotterdam) en de derde zit ook op een soort creatieve kunstopleiding, dat is het lyceum voor beeldende vorming...filosofielessen, allerlei materiaalgebruik, echt leuke opleiding!


H: Jullie hebben al antwoord gegeven op een heleboel vragen, die ik nog moest stellen. Maar het is mooi dat jullie dat vanzelf doen. Daardoor is het interview niet statisch.


M: Eigenlijk kan je zeggen, dat alles wat we doen kleinschalig is.


Is: Het is wel zo, dat we altijd alles met kleine dingen doen...ik kan ook erg slecht in een hele grote winkel iets zoeken, dat kan ik niet zo heel goed...


Ir: koekjes ?


M: Oh, lekker!
Ik vind dit soort bordjes zo leuk,prachtig, oud Engels.



H: Ja, ja.






M: Mijn nichtje, heel leuk om te vertellen, heeft verder helemaal niets met de winkel te  maken, was getrouwd met iemand uit Penzance Cornwall, daar heb je toch die pottenbakkers en Cornwall is daar bekend om en (typische stijl pottenbakken voor deze regio Lands' End)... En toen zei ze: "Maar we gaan trouwen! We gaan naar Engeland!" en toen was ik een jaar of dertien hè en mijn ouders spraken geen Engels dus ik moest hun helpen. Zaten we op de boot, had mijn moeder een hele doos met ...servies met van die bloemetjes erop, weet je wel? Toen kwam ze aan en toen vroeg ze aan haar:" Wat doet die eigenlijk, die man van jou?" Toen zei ze:"Die is pottenbakker". Moeder: "En dan kom ik met een servies aanzetten, die man is pottenbakker!". Als ik bloemetjes koop, moet ik daar altijd aan denken!


H: Ik vind het ook wel komisch, want we hebben ook wel Engelse vrienden en die zeggen ook onmiddelijk: "Verdorie, dat is Wedgewood!"


M: Wedgewood... Onze thee in... Is dit echt Wedgewood, echt waar? Jôôôh!! Gôh!


H: Aan de andere kant, borden zijn om van te eten.


M: Ja, we houden ook wel van kunst. We kunnen ook lang in een museum ronddolen, de kinderen ook. Jullie waren gek op geschiedenis en musea.


H: En dat doen jullie nog vaak, musea...?


M: Victor nog wel, en jij gaat zelf nog wel naar musea. Rembrandt door zijn opleiding.


Ir: Jij nog thee?


M: Ja graag. 


Ir: Ik heb er nog een beetje rozemarijn erin gedaan, uit de tuin. 


M: Smaakt heel lekker, die thee. 


H: Gaan jullie ook regelmatig naar het Boymans ?

M: Ja. Maar weet je waar ik het meeste van houd eigenlijk? Toegepaste kunst, oh dat is zo mooi. Ken je die vrouw Dora Dolç, die kunstenares, ze is eigenlijk Spaans hè? Die heeft ontzettend mooie dingen gedaan met glas, gekleurd glas en zo. Daar word ik ook echt helemaal blij van; mooie gebruiksvoorwerpen. Daar kan ik graag naar kijken, naar glasvoorwerpen of...() maar dat was wat strakker.


H: Misschien omdat dat dichter bij ons staat, anders kunnen musea zulke mausolea zijn. Alhoewel ik het Boymans van Beuningen wel leuk vind. Een voorbeeld; een tijd geleden was er een expositie met Gothische triptieken. Ik wilde achter de panelen kijken want ik was benieuwd wat er aan de achterkant geschilderd was. Ik durfde ze niet zelf aan te raken. Een suppoost kwam toe naar me toe met witte handschoenen en gaf ze aan mij;"Doe het maar voorzichtig, dan kan je kijken".


M: Leuk!


H: Dat vind ik apart in Rotterdam.


M: Dat ze je dat toestaan, ja. Soms zie ik dat je in oude huizen zulk mooi glas in lood hebt. Dat is me dan nooit opgevallen, zie ik allemaal stijlen. Het is maar een paar vierkante kilometer maar je kan van kleine dingen zo genieten.


H: Ik heb dat ook gehad met glas in lood. Chris en ik woonden in een heel vervallen pand aan de Mathenesserdijk en dat was toen de Kop van Vosmaer. Dat is nu gerenoveerd tot koopwoningen. De Kop in de originele staat is er niet meer. Men vroeg aan ons of we terug wilden keren. En we zeiden: "Nee, het is zo sfeerloos geworden". Het houtwerk is weg, tegels in de hallen echt met motieven van De Stijl, en het glas in lood. Dat is echt, wat we gehoopt hadden. Niet bewaard gebleven, dat is zo jammer.


M: Ja, ja.


H: Dat was in 2005. Er is nu toch meer een hang naar het restaureren van oudere architectuur.

M: Ja, maar ze hebben nu wel het Mathenesserplein helemaal in de oude staat hersteld, die blokken van Broek en Watermattens. Dat vind ik wel mooi. Dat was wel een heel project, maar ik ben dat ze dat gedaan hebben. Want zoveel heb je niet meer aan oude dingen in Rotterdam.


Is: Wij hebben natuurlijk van die oude kapper oude...?


M: Ja, wij wonen zelf in een pand uit de jaren dertig, ik denk 1934, en het heeft ook nog een beetje De Stijl-glas-in-lood nog, en wel geel met paarse blokjes... en ook in de schuifdeuren hebben we dat.


H: En is dat hier in de buurt?


M: Neen, wij wonen in Bergpolder. Dat ligt tussen Blijdorp en Noord in. Langs het oudste spoorweglijntje naar Den Haag. Alleen rijdt de trein er niet meer, de trein rijdt daar niet meer. Maar de bogen zijn er nog, de Hofbogen met de hele lijn er boven en kleine bedrijfjes eronder. Vroeger reed de trein er voorbij, dat was sfeervol ja. En daar wonen we al heel lang. Wij zijn niet van die verhuizers en veranderaars hè? Dat is wel blijvend, want ik zie wel eens een ander winkelpand maar dan denk ik;Ja, hier komt geen metro, hier komt geen tram". Dan vind ik soms de wijk een beetje doods of zo. Het leuke is, dat Delfshaven een levende wijk is. Ja, je kent veel mensen van gezicht en... dat heeft onze wijk niet. Het is geen rijke wijk, maar...


Is: Het is ook geen volksbuurt.


M: Neeh, nóuóu, een volksbuurt wel weer. Echt geen volksbuurt, nee...?


Is: In Crooswijk bijvoorbeeld wel...


M: Ja, Crooswijk. Crooswijk is misschien meer een volksbuurt. Het is meer een Zeven Provinciënbuurt hè? Daar zijn allerlei landen en culturen bij elkaar.


H: Dit was ook wel een volksbuurt.


M: Spangen.


H: Spangen ja. Je hebt wel een hele harde groep echte oorspronkelijke Rotterdammers. En vooral een stel vrouwen, hartstikke mooie mensen.


M: Zitten die er hier nog?!?


H: Ja, misschien drie of vier maar toch behoorlijk aanwezig!


M: Zóó, vier  bij elkaar en dan heel hard leven...


H: En dat vind ik wel typisch voor Spangen... Spangenezen.


M: Ja,já, já, jááá... wat grappig, met de hele familie rondom zich, oma en alle kleinkinderen...okee!


H: En dan nu even kijken. Om een beetje aan de vragen te houden maar toch niet te orthodox;
wat is eigenlijk de plaats van de kunstenaar in de hedendaagse samenleving? Dat is wel in een behoorlijke identideitscrisis. Wat denkt Victor daar over, of Ischa, jij Maike? Dat is misschien niet gemakkelijk te beantwoorden.



M: Maar leuk!


Is: De wereld is natuurlijk wel veranders.






M: Als kunstenaar werd je er de laatste twintig jaar meer op gehamerd, dat de kunstenaar ook meer een ondernemer moest zijn. Daar moest je er van op de academie al helemaal van gewaar zijn, dat je commercieel moet gaan denken. Weet je wat ik wel heel erg moeilijk vind. Je ziet wel eens geslaagde kunstenaars met technieken met van je stoel... echt mooie technieken, gladjes en zo maar het zijn geen schilderijen waarvan ik denk; daar kan ik een tweede keer naar kijken en daar heb ik iets van ontroering mee. Dat heb ik niet... Weet je, als ik weet, dat iemand aan het schilderen is omdat hij er geld wil mee verdienen dan is voor mij de ontroering al weg. Ja, de mecenassen moeten we weer krijgen hè? Ga nu naar Boymans dan zie je ABN AMRO en Shell, die grote... het klopt niet bij elkaar... Kunst en dat soort grote bedrijven, die duwen toch kunst in een bepaalde richting... het moet verkopen hè? Het moet verkopen.


H: Dat is ook het tegenstrijdige van kunst. De werken die het meest verkopen zijn werken van mensen, die tijdens hun leven zelf enorme moeilijkheden hadden om te overleven. Munck, van Gogh, Picasso en Francis Bacon in het begin ook heel extreem. Juist die kunstenaars.


M: Ja, vroeger maar nu dan? Maar ik vind wel dat je het ziet, als een kunstenaar veel meegemaakt heeft aan zijn kunst! En dan geldt dat niet meer, dat profijtbeginsel want het moet verkopen. Het gaat helemaal zich om te uiten, in die kunst, die vrijheid hè en... Ik kan van naïeve kunst tranen in mijn ogen krijgen... Zo mooi! Naïeve kunst...mensen die bijvoorbeeld to in hun zestigste heel saai werk hebben gedaan maar dan als ze ineens iets zitten te schilderen...òòh, vind ik zó mooi soms!


Is: Straatkunst is ook heel interessant soms omdat je dan toch een hele andere cultuur ontwikkelt zeg maar...


M: Want daar is wél die vrijheid en, vrijheid in expressie.

Ik ben de laatste jaren ook nog wel naar dansvoorstellingen gegaan en dan zat ik toch stiekem te denken van; volgens mij is er wat veranderd, het moet nou voor een groot publiek te behappen zijn en...dat vind ik moeilijk, hoor! Ik zat vroeger dan wel vaak in de schouwburg en dan waren de zalen echt niet vol maar dan was de kunst wel eerlijk, ja... hoe moet je dat nou zeggen. Het is nou net, alsof er nu iemand voortdurend mee zit te kijken, de bank die zegt: het moet verkopen, die zaal moet weet je wel... anders dan kan je ophouden.


Is: In het theater zijn er een hele lange tijd jazzvoorstellingen geweest en de man, die dat deed had heel veel druk dat er heel veel publiek moest zijn maar durfde ook plezier in het spelen ook voor een kleine groep mensen... en nu hebben ze sinds een tijd weer subsidie gekregen en nu kunnen ze elke ook weer spelen en ook zijn er niet elke keer gevulde zalen... en dat vindt hij wel fijn.


M: Ik denk, dat we weer terug gaan naar de tijd, dat kunstenaars weer dingen gaan organiseren in hun eigen woningen en groepen, om gewoon toch weer wat versheid te krijgen. Dat is altijd zo geweest in het verleden. Maar ik denk, dat het nou wel heel extreem is met die marktbeweging als ideologie maar daar komt gewoon een antwoord op. Daar zie je toch gewoon grote scheuren in komen, in die hele ideologie en dat systeem. 

En dat heeft dan ook wel weer zij nut, toch? Ik denk, doordat er geen subsidies meer zijn, mensen toch zelf wat alternatieven moeten verzinnen.

Het rijmt niet met elkaar, ik geloof dat commercie en kunst niet met elkaar kunnen rijmen. Maar pijn en kunst wel, zoals je al zei.


H: Ik weet niet, of kunst altijd wat met pijn te maken heeft.


M: Maar ik denk wel dat het met moeilijk... levenservaring te zien is en te horen, ook in muziek... Je hoort het of iemand een leven heeft... dat hoor je, zie in muziek of in kunst...ja.


Is: Of gewoon met gevoel, dat kan ook toch?


H: Het heeft gewoon een heleboel emoties, kunst. Ik denk niet alleen pijn maar ook vrijheid...


M: Ja, ja dat is ook een emotie.


H: Ik denk, de markteconomie biedt geen vrijheid. Dat tast alles aan, alle wezenlijke dingen tot en met voeding. Mijn theorie is ook van: kijk als je iets als kunst wat kwetsbaar is in geldwaarde moet brengen, krijg je onduidelijkheden. Dat is met huisvesting. Dat is met onderwijs zo, niet op een geïnstitutionaliseerde manier en ook met gezondheidszorg. Basiswaarden, die belangrijk zijn voor het leven. Anders krijg je een enorme schaalvergroting en kolossale bedrijven als Monsanto. Dat is het gevolg van een technocratisch systeem, dat...


M: En die gaan dan ook veel kwaad doen in de Derde Wereld. Ze maken mensen afhankelijk van hun zaden en...


Is: En van water.


M: En van water ja. Ze hebben een ontzettende macht...






Is: En wat je ook ziet ontstaan in heel snel opkomende economieën in Azië is, dat bijvoorbeeld in Zuid-Korea heel grote macht van bedrijven en niet van de overheid en dat je daar een soort van... je huis wordt betaald door een groot bedrijf en... je ziet daar dat heel veel dingen in handen van grote bedrijven liggen.


M: Ja. maar dat hebben we ook vanuit het Westen heel vaak gedaan, gewoon tekeer gaan in gebieden waar waar een bepaalde grondstof was, toch? Heel imperialistisch wat we allemaal hebben uitgespookt in de Derde Wereldlanden. Daarom blijven het ook Derde Wereldlanden hè, vanzelf ja. Maar je hoort ook wel eens van kleine initiatieven bijvoorbeeld een groep mensen die in India rijstrassen blijven bewaren in een soort zadenbank, omdat ze weten dat als we niet uitkijken dan kunnen we straks alleen rijstrassen van Monsanto kopen terwijl het juist zo goed is om allerlei varianten te hebben.

Ergens in Noorwegen hebben ze een zadenbank. Heel erg in het hoge noorden heb je heel bijzondere zadenbank. Uit de hele wereld zijn daar zaden.


H: Ik heb dat gehoord, ja.


M: Heel bijzonder, daar ben ik zo blij mee dat er mensen daar mee bezig zijn.


H: Ik denk, vooral mensen in Europa want er wordt nou ook gezegd, dat we in een crisis zijn, achterop loopt op andere continenten maar ik denk eerlijk gezegd, dat het een voordeel is om dingen te behouden dan voortdurend hard te rennen en alles te verslinden...


M: Já, já, já en niet aan de toekomst te denken. Die boer, waar wij de groentepaketten van hebben, die heeft ook altijd wat studenten als stagières rijtjes zaden van bieten en wortelen aan het zaaien zijn om te kijken wat de eigenschappen zijn en wat voor zadenbanken te behouden. Ik vind het zo leuk, als een boer zo goed bezig is om aan de toekomst te blijven denken. Waakzaam blijven en werken tegen hele grote multi-nationals als Monsanto op je eigen manier, dat is echt belangrijk. Dat ze je niet te grazen nemen straks.






H: Wat zijn jullie plannen in 2014 in de winkel en daarna?


M: Daarna?


Ir: Jaaha...?!


H: Hebben jullie lange termijnplannen of...


M: Nee, ik heb nog nooit lange termijnplannen gehad.


Is: Dingen ontstaan bij ons zomaar, maar we hebben nu wel plannen om voor boven (de winkel)...


M: Ja, ja. We hadden een tijdje een tweedehands winkeltje, voor de catscharity, een vrouw die allerlei zwerfkatten die verwaarloosd zijn en maar ze heeft te weinig tijd om dat winkeltje bij te houden en het werd een dumpplaats van mensen, die allerlei rotzooi kwijt wilden en... ja, op gegeven moment dachten we van; weet je, we moeten weer maar iets anders verzinnen dus we hadden wel het idee om het boven op te knappen en een soort ruimte te maken en dan bijvoorbeeld een workshop veganistisch koken en zo of...


Is: Of een workshop...


M: Weet je nog een workshop?


Is: Eh, iets met eten...


M: Iets met koken haha! 


Is: Maar dat soort dingen om dat daar te doen en zeker ook omdat met Fred een beetje samen te koken of met de buren... maar dat is wel het plan. Maar goed,dat is één lange termijnplan maar voor de rest hebben we nooit echt vaak, ontstaan dingen een beetje... 


M: Ja, een beetje organisch bij ons. We zetten niet echt iets op papier en...


Is: We hebben ook niet echt, dat we om de zoveel tijd bij elkaar zitten om dingen te gaan plannen en...


M: We vergaderen ook nooit. Vroeger in de begintijd van de winkel hadden we altijd vergaderingen en dan hadden wie één keer in de maand of twee maanden...


Is: Over niks...


M: Jááá, dan werd er een hoop opgeschreven. Maar of er veel van kwam, dat weet ik niet. Een hoop irritaties aan elkaar... Zo'n team maar... Nee, we vergaderen eigenlijk nooit, we gaan gewoon van dag tot dag door.


Is: Soms hebben we het er ergens over maar dan versterft het een beetje.


M: Misschien is Fred degene die de meeste plannen, die een beetje management, die is ook echt iemand, die een beetje vooruit kan denken dan bij de dag. En net zoals in 2003, toen dacht ik zwemmen of verzuipen, je moet ook maar altijd doorgaan dus... Ik kan niet denken aan de verre toekomst, dat lukt me niet.


Is: Maar we hebben wel één plan.


M: Ja, dat is boven opknappen, dan kan je lekker op de binnentuin kijken. Dat is ook leuk, dat die binnentuin achter te zien is, dat geeft ook een leuke sfeer.


H: Ja, dat is boven de winkel.




AN-DIJVIE has been selected as  
the healthiest shop in The Netherlands in 2015
AN-DIJVIE a été sélectionnée en tant que 
boutique la plus saine aux Pays-Bas en 2015 



M: Met die ruimte doen we niet zoveel want dat tweedehands winkeltje, is toch beetje een buffertje... De mensen durven toch niet zomaar dat trappetje op. En als die vrouw nou één keer in de week wat tijd gehad had om erin te steken en energie dan was het misschien wel wat geworden maar... ze heeft het ook hartstikke druk met al die katten dus dan gaan we maar weer wat anders doen, ja.


H: Dan komen we bijna aan het eind. Waar gaat onze beschaving naar toe op deze planeet? Daar hebben we het in feite al over gehad met multinationals. Om er toch een positieve draai aan te geven: zijn er positieve, optimistische en bemoedigende aanwijzingen, die men ziet?


Is: Ja, er was laatst bij ons in de buurt een kinderdagverblijf overgenomen door de ouders. Ze werden deel van een keten en toen werden de meest ervaren leidsters waar de ouders een goede relatie mee hadden weggestuurd en...


M: Vanwege de kosten.


Is: Ja, en toen hebben die mensen zelf weer een eigen kinderdagverblijf opgesteld. En waar het was hebben het zelf weer opgezet en de oude kleuterleidsters overgenomen. En naar een andere plek gegaan.


M: En dat is hier in Spangen, hè?

Nou, die vader die me dat vertelde zei; het is ook zo naar om te zien dat dat profijtdenken, dat dat alleen maar is...ja, oude leidsters zijn te duur en we doen het even anders en we gaan alles groots aanpakken en die gaan alle kinderdagverblijven opkopen. Dat is toch funest voor de kinderen? Want kinderen zijn toch ook erg vertrouwd met juffen en leidsters. Dat is toch erg, hetzelfde wat je ook in de bejaardenzorg ziet en plaatsen van ouderen, ook vanuit profijtdenken. Dat gaat ook écht niet goed, dat soort managementdenken. Niet de werkvloer kennen, weten wat er speelt op de werkvloer.


Is: Er ontpoppen zich daardoor allerlei tegenbewegingen; zelf kinderopvang  opzetten, zelf samen bij elkaar komen om groentes op te kopen...


M: In de ouderenzorg zie je bijvoorbeeld ook in het bejaardentehuis: ja, we gaan niet meer zelf koken, allemaal veel te duur. We kopen alles via een centraal bedrijf in en dat wordt 's middags om 12 uur afgeleverd en dan hebben die mensen een maaltijd. Maar het ruikt in het pand niet meer naar boontjes, die gekookt worden of naar vlees. Ze ruiken niets meer dus je krijgt heel zielloos eten voor je neus als oudere persoon. Daar moet toch ook een kentering in komen? Dat mensen gaan zeggen: nou, we gaan weer kleinschaliger wonen en één vrouw die kookt en ééntje die helpt met het wassen en...


Is: Op iedere hoek van de straat.


M: En je zou leuke oude grote huizen leuk kunnen verbouwen tot kleine oudedagsverblijven, weet je wel als je het kleinschalig houdt, houd je de problemen ook kleiner en het is vertrouwder. Mensen hebben met dezelfde mensen te maken. Dus weinig wisseling en er wordt niet de hele tijd gepraat over profijt.

Het gaat erom, dat de mensen die het beleid bepalen ook de werkvloer kennen en er niet er van bovenaf instappen en er managers bij zetten die met een rekenmachientje rekenmodellen maken en zeggen: "We gaan het zo doen".


H: Dat is zo, daar komt wel een kentering in.


M: Ik hoop het. Ik hoop dat mensen eigenwijs kleine alternatieven gaan ontwikkelen. Want daar zijn zoveel voordelen aan verbonden.






H: De toekomst is toch weer naar kleine dingen gaan. Je hebt dat ook nu weer met jongere generaties...


M: Met internet bijvoorbeeld, natuurlijk we lheel erg verbonden...


Is: En dan komen ook die iedeëen als de boekenkast via internet naar voren, anders zou dat niet zo heel ver verspreiden. De informatie wordt veel sneller gedeeld.


M: En het is eigenlijk het oude idee. Vroeger had je een gezin en de opa en oma bleven in de buurt van het huis wonen en vingen de kleinkinderen een beetje op. Dat was eigenlijk een heel organisch geheel. Want oude mensen hebben tijd over overdag om de kinderen liedjes te leren zingen, op te vangen, een beetje koken. En wat hebben wij gedaan: wij hebben de oudjes in ouderentehuizen gezet, kinderen in kinderdagverblijven, gehandicapten bij de gehandicapten. Allemaal in aparte...


Is: Ja, mensen werken ook heel ver van hun huis af...


M: Mensen die in Zeeland wonen zitten twee keer per dag twee, drie kwartier per dag in de auto... ik begrijp dat niet, hoor. Ik begrijp dat echt niet. Het is toch veel leuker om in de buurt van je eigen huis te werken. Ook de leegstaande panden, die je zo hebt. Er zijn bijvoorbeeld zo van die nieuwbouwpanden op de Mathenesserdijk meer naar onze kant op, daar staat al heel lang zo'n groot pand leeg. Daar kan je toch bijvoorbeeld telewerken? Want als je een paar straten verder woont, dan kan je naar je werk lopen. Dan ga je een paar uur voor je baas werken en dan mag je naar huis. Je hoeft niet in huis te werken, want het is moeilijk om die structuur aan jezelf op te leggen maar als je in een pand gewoon een paar uur kan werken voor je baas dat werkt heel prettig, tóch? En dan hoef je niet een half uur, een uur in een file. Helemaal niet nodig. Er zijn zóveel makkelijke oplossingen te verzinnen voor dat hele fileprobleem. Nou ja, ik moet de politiek in geloof ik!


H: Dat is jullie bemoedigende praat voor de samenleving, daarmee beantwoorden jullie eigenlijk gedeeltelijk één van de laatste vragen.

We hebben eind juni een concert (2013...), een vioolconcert. Je (Maike) hebt het concert van Éric Heidsieck meegemaakt, Franse concertpianist. Eind juni hebben we dan een jonge musicus die Indiase raga's zal gaan spelen, viool, samen met een collega die tablas speelt. Allebei jonge musici maar behoorlijk veelbelovend. Ik hoop, dat jullie er ook bij zullen zijn.


M: Dank je wel!

Komen ze echt uit India? Ze zijn hier op het conservatorium geweest maar de vader van de violist komt wel uit India en de moeder is Nederlandse. Hij heeft ook wel contact met musici uit India zelf. Met een beetje geluk hebben we meerdere concerten met zijn collega's uit India zelf, mensen die vaalk naar Europa reizen.

Ken jij ook die Indiase tekenaar, Adji? Hij heeft vorig jaar een tentoonstelling in het Schiemondmuseum gehad. Hij werkt met potlood. Òh, is mooi! Ik weet niet of jullie Hercules Seeghers kennen.


H: Ja, zeventiende eeuwse etser...


M: Uit de tijd van Rembrandt. Nou, Hercules Seeghers is waarschijnlijk nooit in de bergen geweest maar die fantaseerde bergen. En die Adji woont hier nu een aantal jaren en hij is met een Nederlandse kunstenares getrouwd. En hij had dan een Nederlands landschap gemaakt met boompjes maar dat landschap was gewoon geen Nederlands landschap. Dat is zo vanuit zijn beeld hoe Nederland is gekomen. Dat is een ontzettend grappige uitbeelding van struikjes en boompjes, dat vind ik zó móói!


Ir: Voor mij is het Nederlandse landschap mooi.


M: Dat rustige, dat platte allemaal.


Is: Zo bijzonder...


M: En hoe dat met andermans ogen is. Voor ons klinkt Indiase muziek als iets, wat we niet kennen maar het is natuurlijk heel fascinerend dat je dat anders ontvangt dan ons soort muziek, dat het anders bij je overkomt.

Ik heb ook een keer Indiase dans gezien, waarbij twee vrouwen heel simultaan, met tambourijntjes aan hun voeten deden ze simultane dansen, het was móói!






Ir: Heb jij gedanst?


M: Ik dans niet, nee.


Ir: En jij danst?


Is: Nee, ik heb ballet ooit gedaan.


M: Ja! Jij hebt ballet...ik heb een blauwe maandag flamencolessen gevolgd...


H: En sport?


Is: Nee, ik heb tijd lang wielrennen veel gedaan, maar dat doe ik niet zo heel veel meer.


M: Maar jij hebt je fiets toch.


Is: Ja.


H: Doe je nog andere sport?


Is: Nee, nee...


M: Nee, wij zijn niet zo'n sportfamilie.


Is: Maar ik ben nu gaan skaten...


M: Ik fiets elke dag, ik vind dat het enige leuke ding, fietsen.


Ir: Elke dag?


M: Ja, ja.


Ir: En lopen, lopen, lopen, lopen!


M: Ja, Victor houdt van...maar ik in de winkel trappetje op en trappetje af...maar Victor houdt van wandelen. Dan zegt hij vaak van "Zullen we gaan wandelen?" maar ik... ik vind s'avonds wandelen niet zo leuk! Overdag wandelen vind ik wel leuk maar s'avonds, dat vind ik dan zo somber!


H: We zijn nou echt aan het einde gekomen, ik weet ook niet wat ik kan toevoegen! Bedankt jullie alletwee voor het bezoek, voor...


M: Graag gedaan!


H: Voor het meewerken aan dit interview! Dat viel wel mee want jullie hadden al van te voren intuïtief een heleboel vragen beantwoord, het is spontaan en... ik denk dat het resultaat leuk wordt.


Ir: Harm zal schrijven van deze opname hier, alle tekst voor ons blog. Ik wil graag met foto's uit Uw winkel, met groente en fruit en misschien een portret!


M: Ja...


Ir: Met het team in de winkel; Victor en alle personen.


H: Misschien ook bijvoorbeeld van die man die de kippen houdt.


M: Ja, daar heb je wel foto's van.


Is: Ja, daar hebben we foto's van. Dat hoort ook echt bij ons!


H: En bijvoorbeeld die boer van Landzicht van de voedselpaketten, misschien kunnen we daar een keer een afspraak mee maken.


M: Ja, je moet maar eens een keer kijken naar de website van Landzicht; hij heeft ons als winkel gekozen om in zijn reclamefilmpje... vind ik zó léuk! Van alle afname-adressen hebben wij de meeste paketten, nog meer dan de supermarkt in Dordrecht, ja. 140 paketten in de week. Toen wij daarmee begonnen dachten we dat we door die paketten geen groenten ernaast meer zouden verkopen maar dat is niet zo.


Ir: Je krijgt de tekst van te voren om door te nemen en als je iets wil laten weghalen, veranderen of toe te voegen, zeg je dat ons... en later hebben we de Engelse versie en misschien de Franse.


M: Hebben jullie ook al Franse volgers?


H: Jawel.


Ir: Ons blog is in drie talen... Samenwerking tussen kunstenaars en mensen, die werken met de aarde, groente en fruit is belangrijk...






M: In onze winkel komen ontzettend veel kunstenaars. We hebben veel architekten, schilders, fotografen. En we merken dat na de komst van die grote supermarkt aan de nieuwe Binnenweg aan ons vragen: "Zijn jullie nou niet bang, dat jullie het niet zullen redden?". Maar er zijn altijd mensen, die naar onze winkel trekken omdat het een ander soort winkel is. Het zal nooit een supermarkt worden!

Wat me nou net te binnen schoot is de designacademie uit Eindhoven. Ze kwamen een keer met een stuk of twintig studenten, Japanners,  Brazilianen, Engelsen een maandag de winkel binnen. De leraar zei: "Ik wil deze winkel even laten zien. Deze winkel heeft nooit een binnenhuisadviseur gezien. Ze doen iets waardoor dit een bijzondere winkel is. De leerlingen mochten dat zo bekijken en vragen stellen. Hij (de docent): "Waarom is dit nou zo'n leuk concept? Omdat er niet nagedacht is door één adviseur, iemand die alleen maar in één stijl denkt. Er zitten allerlei stijlen in". Er zit natuurlijk veel van Viktors handwerk in; die vloer met die puzzelvormen en broodplanken. Verder trekken we niet zo veel aan van alles zoals het hoort. Dat is enkel het leuke ervan.


H: Ja, dat is ook het unieke van deze winkel. En hou het ook zo.


M: Ja.


Ir: En voedsel is voor ons lichaam en ook voor onze ziel. So we need both: twee!


M: Ja, is waar.


Ir: Dat is de reden waarom we elkaar zo goed voelen: An-Dijvie en Salon FlorRaison.


H: Dat is een mooie afsluiting.


M: Ja, dat is een mooie afsluiting.


H: Dus dit interview wordt vereeuwigd op ons blog.


M: Ja, we zijn zeer dankbaar, zoveel aandacht.


H: Wat gaan jullie vanavond eten?


M: Dat weet ik nog niet. Dat wordt straks...


Is: Vreselijk ongezond!


M: Ja, nee dat wordt vaak altijd hetzelfde, soep, groente...


H: Victor kookt altijd s'avonds?


M: Victor kookt, ja. En dan moeten we niet naar de tijd kijken. Maar het is altijd lekker, ja. 

(Maike en Ischa pakken hun jassen, tas en skates) 

Is: We zijn klaar. 


Ir: Wie kookt er het meest? Jij kookt ook?


M: Ook wel, ja maar Viktor kookt anders dan ik. Viktor kookt meer van die éénpans, meer van die... maar ik wil dat een beetje apart maar dat komt, omdat ik meer uit die macrobiotische kant kom; kleurtjes en dat vinden de kinderen ook leuk dat we anders koken allebei. Ja, je hebt ieder je eigen handtekening. Het is net als met pannenkoeken, net zo. De ene doet het zus, de ander zo met ieder zijn  handtekening.






Ir: Wat eten jullie graag? 


M: Vooral groente, te gekke groente.


Ir: Soepen?


M: Ja, nou nee... ik vind gierst zo ontzettend lekker, echt heel lekker graan, rijst ook wel.


Ir: Toetjes?


M: Toetjes, vroeger! Vroeger hield ik erg van toetjes, maar... dat héb ik niet meer zo! Ik heb geen behoefte meer aan toetjes, gek hè? 


Is: Je smaak verandert. 


M: Er komen veranderingen in je leven. Ja, typisch hè? En Victor rookt en drinkt al heel lang niet meer. Ik lust soms nog wel een wijntje maar niet vaak. Je drinkt toch niet zo in je eentje, wijn, het is toch iets wat je samen doet.


H: Ik doe het zelf ook niet alleen.


M: Nee hè, het is niet zo lekker alleen...


H: Nu Irénée hier in huis is, drink ik iets meer wijn maar dat heeft niets met Irénée te maken. Het is meer sociaal.


M: Precies. Met eten smaakt het ook heel lekker, hoor.


H. Ik was tot drie jaar geleden een kettingroker. Erg zwaar.


M: En daarna nooit één meer aangeraakt?


H: Wanneer je op straat loopt zie en ruik je het aan mensen. Stoppen, gemakkelijker gezegd dan gedaan. Van de één op de andere dag. Dat was wel na tientallen mislukkingen; acupunctuur, nicorettes...


M: Maar je moet het zelf willen. Zoals met Victor ook. Vanaf de één op de andere dag zei hij: "Nu wil ik het niet meer".






Ir: Maike, nog één vraag: Van welke Franse zanger houd je?


M: Oh, Claude Nougaro. Ja, Claude Nougaro is formidabel! Zulke mooie liedjes, Toulouse !  "Il est loin, le pays ..." (zingend).


Ir: Hij is van Toulouse.


M: Jazz kon hij zingen. Hij leeft niet meer, hij was zo'n mooie zanger! En...; Toi, tu verras, tu verras..." En ook: "Armstrong, je ne suis pas noir, je suis blanc de peau..." (lachen, iedereen praat door elkaar).

Die hele leuke jonge zanger, die leeft ook niet meer... Alain Bashung, die vind ik ook erg leuk.


Ir: Mooi...! (hij bewondert de schaters van Ischa).


Is: Ik was er heel erg slecht in !


M: Vroeger heeft hij nooit geskate !!!


Ir: TGV !


M: Ja, TGV, ik ben erbij. Ik kan hem ondersteunen.


Is: Maar nu zal ik niet vallen, we doen het heel rustig aan!  Hoe ga je 'rollschatsen' in het Frans zeggen?


Ir: Patins à roulettes.


M: Ja, 'skate rollers' in het Engels.


H: Vroeger rolschaatsen?


M: Nee, vroeger zeiden we skeelers.
Nou, het was heel erg leuk, heel erg gezellig!


H: Tot gauw.


M: Tot gauw, fijne avond nog! Dááág! (Maike en Ischa gaan naar buiten).




An-Dijvie
Jan Kruijffstraat 47-B
3026 VN Rotterdam
Nederland / Pays-Bas
Metro Delfshaven
tel. : 00 31 (0) 10 4777479


Video in 3 min.




Victor, Ischa en Maike




Foto's door 
Harm Kuijers 2015


.   .


Interviews in FlorRaison :




                                                ECOLOGIE